dinsdag 1 april 2014


Iedere leerkracht krijgt wel eens te maken met het verschijnsel kindermishandeling. Het is een groot probleem binnen het onderwijs. Wat de redenen zijn, hoe je met het probleem moet omgaan en wat zijn de gevolgen. Dit zijn hele onduidelijke vragen voor de meeste leerkrachten.

blauwe plekken, schaafwonden of erg vaak iets breken. Dit kunnen kenmerken zijn van kindermishandeling. Het is een probleem dat in Nederland veel voorkomt. Vaak praten de kinderen er niet of bijna niet over en is het daarom moeilijk om te herkennen of aan te tonen.

Onderzoek
Uit onderzoek is vastgesteld dat ouders die vinden dat hun kind een huil baby is hun kind drie maal zoveel slaan, smoren of door elkaar schudden dan ouders die dat niet vinden van hun kind. Uit een ander onderzoek is ook gebleken dat ruim 15 procent van de meisjes voor hun 16e het slachtoffer is van seksueel misbruik door een verwante. Seksueel misbruik komt dan ook vaker voor bij meisjes dan bij jongens, hierover worden ook vaak meldingen gedaan bij AMK. In Nederland zijn er naar schatting 50.000 tot 80.000 kinderen het slachtoffer van lichamelijk of geestelijke mishandeling. Per week sterft er minstens 1 kind aan de gevolgen ervan. Dit zijn schokkende feiten. Dit kunnen veel leerkrachten in het basisonderwijs melden bij een intern begeleider of bij AMK.

Impact
De impact die kindermishandeling heeft op het leven van een kind  maakt het tot een ernstig en complex probleem. Het tast zowel het vertrouwen van het kind aan als het gevoel van veiligheid. Als de hand die je koestert ook de hand is die je slaat, als de stem die troost ook de stem is die je angst aanjaagt, als je geborgenheid zoekt bij iemand voor wie je je ook moet verbergen vertrouw je niemand.  Striemen en blauwe plekken verdwijnen. Maar de geestelijke schade blijft. Voor zo een kind is het moeilijk uit te maken bij wie of waar het wel of niet veilig is.

Wat kan een leerkracht doen?
Wie als leerkracht geconfronteerd wordt met kindermishandeling staat voor een lastig probleem. Hoe jonger het kind is, hoe moeilijker het is om aan te tonen of het sprake van is. Vaak ziet het kind het zelf niet in. En zullen de ouders ontkennen. Voor een leerkracht is het daarom erg belangrijk om bij vermoedens gelijk aan de bel te trekken bij eventueel een intern begeleider. Deze kan het gezin verder onderzoeken en eventueel een gesprek aangaan. Ook zou je als leerkracht wat kleine gesprekken met het kind aan kunnen gaan om te kijken of het kind erover zou praten.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten