woensdag 18 juni 2014

Digitaal toetsen


Op school wordt er in elke groep schriftelijk getoetst. Dat betekent dat elke leerkracht twee keer per jaar in de toetsweken een aantal keer dezelfde stappen moet ondernemen: vóór de toets gemiddeld 25 toets boekjes aftellen, de toets vooraf voorbereiden en daarna tijd inplannen voor de toetsen. Tijdens de toets worden de tafels uit elkaar gezet, worden de toetsen door de leerkracht uitgedeeld en is er 20 minuten lang alleen de stem van de meester of juf te horen. Tenminste, als Felix niet te vaak door de klas roept dat hij de opgave niet goed heeft verstaan. En als Irem maar niet te traag schrijft want dan duurt de toets misschien wel 30 minuten. Dat is weer vervelend voor Jakob, die hardop gaat zuchten om te laten weten dat hij het antwoord al lang heeft ingevuld.
Na schooltijd zijn er geen vergaderingen gepland, alle tijd gaat naar het nakijken van de toetsen. 25 keer dezelfde antwoorden scoren en 25 keer de toets resultaten invoeren in het Leerlingvolgsysteem. Die tijd had de leerkracht beter kunnen besteden aan andere dingen.

Veel leerkrachten herkennen dit probleem. Daarom zijn veel basisscholen het 'digitaal toetsen' aan het uitproberen. Dit scheelt voor de leerkracht een hoop werk, maar ook voor de leerlingen heeft het voordelen zoals:
-De toets kan op eigen niveau en tempo gemaakt worden
-Mogelijkheid beter aan te sluiten bij specifieke onderwijsbehoeften van het kind
-Het kind heeft direct feedback

Ook zijn er praktische voordelen aan het digitaal toetsen, dit zijn:
- De leerkracht hoeft het niet na te kijken, dit scheelt weer tijd.
- Scheelt kopieerkosten
- Makkelijk te analyseren vanuit het systeem
- Sluit beter aan bij huidige manier van leren

Toch blijven veel scholen nog bij de traditionele schriftelijke toetsen omdat ze met het digitaal toetsen niet goed bekend zijn.

Waarom worden leerlingen getoetst? Voor die informatie kunt u onderstaand filmpje bekijken.

 
Bron: Kennisnet

Dyscalculie bij kinderen

Dyscalculie betekent letterlijk 'niet kunnen berekenen'. Bij dyscalculie gaat het om ernstige en hardnekkige problemen met het leren en vlot opnoemen en toepassen van reken-wiskundekennis.
Dyscalculie geeft een beschrijving van de probleem en noemt geen oorzaken of verklaringen.

Dyscalculie is een ingewikkelde stoornis omdat bij rekenen meer hersengebieden worden gebruikt, waaronder ook het taalcentrum. Een getal bestaat uit het woord 'vijf, het cijfer '5' en de hoeveelheid *****. Deze 3 aspecten bevinden zich in 3 verschillende hersengebieden. Een van deze 3 speelt ook een rol bij dyslexie. Bij rekenen is het frontale hersengebied erg belangrijk, dat speelt een rol bij planning en probleemoplossing.

Rekengeschiktheid

In de eerste jaren van het basisonderwijs worden de basisvaardigheden van het rekenen intensief geoefend met het doel ze te automatiseren. Een leerling zonder dyscalculie weet dan dat 5+4=9 en stapt moeiteloos over naar 15+4 of 15+14. Hetzelfde geldt voor eenvoudige aftrek-, vermenigvuldig- en deelsommen. Deze vaardigheden zitten dan opgeslagen in het lange-termijngeheugen en worden daar zo nodig zonder enige moeite (automatisch) uit naar boven gehaald.

Kinderen met dyscalculie lukt het niet om deze rekenvaardigheden vlot eigen te maken. Er is bij hen sprake van een beperkte 'rekengeschiktheid' in vergelijking met wat ze kunnen begrijpen van rekenen/wiskunde.

Hoe kan de leerkracht deze kinderen helpen?


  • het kind een rustige werkplek in de klas geven, niet ver van de leerkracht
  • sommen op één vaste en duidelijke manier stap voor stap leren uitrekenen met visuele voorbeelden (plaatjes). Het opschrijven van tussenstappen en tussenuitkomsten bij sommen geeft houvast tijdens het uitrekenen
  • een rekenwerkblad overzichtelijk maken: niet te veel sommen op een bladzijde en voldoende ruimte tussen de sommen
  • zo nodig visueel aangeven wanneer een nieuw type som begint (bijvoorbeeld  optelsommen rood markeren en aftreksommen blauw)
  • veel (kort) herhalen van aangeboden sommen
  • het kind nooit onvoorbereid een rekenbeurt voor de klas of een onverwachte toets geven
  • opdrachten nooit alleen mondeling aanbieden, maar altijd ook op papier
  • extra instructie geven en samen met het kind bepalen op welke wijze het ondersteuning nodig heeft: bijvoorbeeld in de vorm van fiches of ander materiaal of kladpapier bij rekentoetsen
  • zo nodig voor aanpassingen en extra ondersteuning zorgen, zoals een tafelkaart, een rekenopzoekschrift (met daarin overzichtelijke oplossingsstrategieën per type som), een rekenmachine, extra tijd bij proefwerken, een aangepaste lay-out van rekenwerkbladen enzovoort
  • samen met het kind zoeken naar oplossingen en zorgen voor veel bemoediging. Stimulans en succeservaringen zijn heel belangrijk en kunnen zorgen voor een toename in zelfvertrouwen en motivatie

Door deze genoemde punten toe te passen in de klas, behaalt het kind een beter resultaat.







maandag 26 mei 2014

Steve Jobs was de topman en medeoprichter van Apple. In 2007 kwam hij op het idee om een soort Wiki-systeem te ontwikkelen voor scholen. Kinderen zouden met computers gaan leren en niet meer met boeken. Maurice de Hond heeft dit idee voor Nederland opgepakt, samen met Drs. Verhulp, Luc de Vries en Irene Fix. Men heeft scholen uitgenodigd te gaan werken volgens Jobs. De scholen die meedoen, werken met iPads. Het systeem wordt O4NT genoemd: onderwijs voor een nieuwe tijd.
Dyslexie, wat is dat nou eigenlijk en wat kunnen de oorzaken zijn. Veel kinderen die Dyslexie hebben, vinden lezen, voorlezen, spelling en begrijpend lezen vaak lastig. Dit is altijd erg vervelend voor het kind. Ik geef hieronder een beschrijving over Dyslexie.

dinsdag 1 april 2014


Iedere leerkracht krijgt wel eens te maken met het verschijnsel kindermishandeling. Het is een groot probleem binnen het onderwijs. Wat de redenen zijn, hoe je met het probleem moet omgaan en wat zijn de gevolgen. Dit zijn hele onduidelijke vragen voor de meeste leerkrachten.

Rekenen met plezier!

Motivatie is belangrijk. Als kinderen sterk gemotiveerd zijn, draagt dit bij aan een positieve leerhouding en betere prestaties. De motivatie van kinderen voor school kan per vak verschillen: het kan dus best zijn dat een kind wel gemotiveerd is voor lezen, maar niet voor rekenen. Binnen een vak kan de motivatie ook nog verschillen per taak. Een kind kan cijferen bijvoorbeeld erg leuk vinden, terwijl het met veel tegenzin aan contextopgaven begint. Motivatie is dus een dynamisch construct, dat beïnvloed wordt door kenmerken van het kind en kenmerken van de taak. Daarom is het interessant om de motivatie van kinderen te meten rondom specifieke lessen binnen het vak rekenen, in plaats van alle de algemene informatie.


dinsdag 25 maart 2014

Social Media op school? En de leerkracht dan?

Het is bijna normaal in het straatbeeld. De mobieltjes zijn aan de ogen vast geplakt en de ene "plonjk" na de andere klinkt eruit de telefoontjes. Facebook, Twitter en Whatsapp. En we beginnen er steeds vroeger mee. Met de komst van de IPadscholen zijn er een hoop verschillende methodes voor de Ipads. Maar leerkrachten.. Die zijn er niet mee opgegroeid zoals onze generatie. En hoe gaan we met de tijd mee als we het fenomeen Social Media niet eens snappen? Maar daar is een oplossing voor!