Toch is er nog veel te winnen als het gaat om woordenschatonderwijs. Er zijn uiteenlopende factoren die te maken hebben tot dit resultaat. Belangrijk is dat de woorden die worden aangeboden in de methodes bekend of onbekend zijn voor leerlingen. Zo is het duidelijk waar je verder op in kunt gaan. In de bovenbouw is het mogelijk om de kinderen hierbij te betrekken.
Als er doelwoorden zijn geselecteerd waar je verder op in wilt gaan, is het van belang om ervoor te zorgen dat deze woorden ook daadwerkelijk geleerd worden. In het artikel van het tijdschrift JWS uit 2012 nummer 5 worden 2 spelideeën uitgelegd die de woordenschat verbeteren: Wingo en Spingo. Allebei af te leiden van Bingo.
Wingo
Hierbij heb je net zoals bij Bingo een spelformulier. Bij Wingo staan er woorden in plaats van cijfers. als het goede woord is gezegd, kruis je deze aan.
Uitleg
Op het bord staan 40 doelwoorden. Dit zijn woorden die al eerder een keer zijn aangeboden in de les. De leerlingen kiezen uit deze 40 doelwoorden 20 doelwoorden uit en schrijven deze op het speciale Wingo spelformulier. De leerkracht heeft een bakje met alle 40 doelwoorden en leest ze een voor een op. De leerling die als eerst horizontaal, verticaal of diagonaal een rij met doorgestreepte woorden heeft roept: 'Wingo'. Als het juist is heeft deze leerling gewonnen.
Spingo
Uitleg
De leerkracht neemt een centraal doelwoord dat gespind gaat worden (bijvoorbeeld: piramide). De leerlingen schrijven in de eerste rand rondom dit woord 8 andere woorden op die bij dit doelwoord centraal staan (bijvoorbeeld: de farao of grafkamer). Ze schrijven deze woorden ook op een kaartje en geven deze aan de leerkracht. De leerkracht leest de woorden omstebeurt voor. De speler die als eerst een rijtje horizontaal, verticaal of diagonaal van 3 woorden heeft doorgestreept heeft gewonnen en roept: 'Spingo!'
In het onderwijs is gebleken dat dit erg efficiënt is. De leerlingen vonden het erg leuk om te doen. Ze werden goed uitgedaagd door deze spelvormen. Ze leerden er dus erg veel van, omdat de woorden vaker terug kwamen of ze er verder op in gingen om er meer van te weten te komen. Zo onthouden ze het sneller omdat het spelenderwijs word aangeboden.
Van de andere kant denk ik dat je dit niet al te vaak moet doen. Dan gaat de leukigheid van dit spel er snel vanaf en zijn de kinderen niet meer gemotiveerd om het spel te spelen.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenHoi Annet,
BeantwoordenVerwijderenIk vind het artikel overzichtelijk. Je begint met een korte inleiding en daarna werk je het verder uit. Dat leest fijn. Ook vind ik de afbeeldingen goed aansluiten op de informatie.
Je legt de spellen zo uit dat ik ze bij wijze van direct zou kunnen uitvoeren met een groep. Het is niet te uitgebreid omschreven en dat is goed. Als je dit wel zou doen, is er kans dat het te langdradig wordt.
Ook noem je voorbeelden bij het spel spingo. Dat zorgt voor verduidelijking.
Het was misschien ook leuk geweest dat je van beide spellen een werkblad had gemaakt en in een link had gezet. Op deze manier kunnen anderen het gemakkelijk ook een keer uitvoeren omdat ze dan gelijk de werkbladen hebben.
Tot slot heb ik nog een kleine tip. Deze tip is dat je voor de volgende keer nog een keer goed je artikel doorleest en kijkt naar de spelling. Het zijn maar een paar kleine foutjes.
Het artikel spreekt mij aan omdat het praktijkgericht is en het voor mijn stage ook goed te gebruiken is. Ik ben het met Annet eens dat je het niet te vaak moet doen, omdat dan het leuke er van af is.
Groetjes,
Rosalie Leppers
Hoi Annet,
BeantwoordenVerwijderenJe artikel sprak mij aan vanwege de aparte naam.. Wingo/Spingo.
Ik was erg benieuwd wat het zou betekennen of wat je er mee kan.
Ik vind dat je het artikel leuk en speels hebt opgebouwd. Je verteld wat het is en waar het vandaan komt. Het is erg overzichtelijk en fijn om te lezen.
Leuk dat je allebei de spelvormen uitlegt en de plaatjes verduidelijken alleen maar het beeld erbij. Erg positief!