Wat is een spraak-taalstoornis?
Een kind leert zijn moedertaal al heel vroeg. In het eerste jaar oefent het kind al bepaalde klanken en de zinsmelodie van de moedertaal. Rond het eerste jaar spreken de meeste kinderen een paar woordjes. Vanaf de tweede verjaardag horen we de meeste kinderen zinnetjes van twee of drie woorden zeggen. Tot ongeveer zes jaar is het kind gevoelig voor het leren van taal.
Er zijn verschillende oorzaken voor een achterstand in de spraak-/taalontwikkeling. Zo kan bijvoorbeeld slechthorendheid, ook als dit tijdelijk is, een oorzaak zijn van problemen bij de taalontwikkeling. Soms heeft een kind niet alleen een spraak-/taalachterstand maar eveneens een achterstand op andere ontwikkelingsgebieden.
Van de kinderen met taalproblemen krijgt 40 tot 50% later ook leesproblemen.
Bij directe vergelijking van kinderen met ernstige taal-/spraakproblemen en kinderen met dyslexie blijkt dat beide groepen problemen hebben met dezelfde dingen:
- het fonologisch bewustzijn (aan elkaar plakken van klanken of ontleden van klanken in een woord)
- het nazeggen van woorden en zinnen (moeite met onderscheid maken tussen spraakklanken)
- de spraakperceptie (verwerken van spraak)
- het beoordelen of een zin goed of fout gevormd is (grammatica)
Wat kan je als leerkracht doen?

Mocht deze test positief zijn dan gaat de leerling waarschijnlijk naar een cluster 2 school.
Wat wordt er op een cluster 2 school voor de leerling gedaan?
Onder Cluster 2 vallen de scholen voor leerlingen voor dove en slechthorende kinderen en kinderen met een communicatieve beperking.
Dit kunnen ernstige spraak- of taalmoeilijkheden zijn of een vorm van autisme waarbij de communicatie het belangrijkste probleem is en niet het gedrag.
Op een cluster 2 school wordt zo veel mogelijk het lesprogramma van een gewone school doorlopen. De groepen zijn klein en er is veel aandacht voor het ontwikkelen van communicatiemogelijkheden. Hierbij kan ICT een belangrijke rol spelen.
Ook is er extra begeleiding en zijn er allerlei extra faciliteiten voor de leerlingen. Zo zijn een logopedisten en een orthopedagogen aanwezig.
In Nederland wordt op cluster 2 scholen tweetalig onderwijs gegeven. Leerlingen krijgen les in zowel het gesproken Nederlands, bijvoorbeeld door spraakafzien (liplezen) en spraaktraining, als in de Nederlandse gebarentaal(NGT). Ook wordt er soms gebruik gemaakt van Totale Communicatie (TC) of Nederlands ondersteund met gebaren (NmG).
Voor meer informatie over de stoornis kijk dan op de website van het steunpunt dyslexie.
Je artikel ziet er professioneel uit. Dat komt door de kopjes en de uitleg van de afkortingen in het laatste kopje.
BeantwoordenVerwijderenDe titel vertelt precies was er in het artikel staat, deze is dus goed gekozen.
Het plaatje past goed bij de inhoud.
Af en toe was de tekst wat ingewikkeld, waardoor ik het lastig vond om te begrijpen.
Op stage heb ik vaak te maken met spraak- taal stoornissen, dus ik vind het leuk om te lezen wat jij erover te melden hebt. De tips voor in de klas komen bij mij zeker van pas.
Ik wist niet dat 40 of 50 % van de kinderen met spraak- taal stoornissen later ook problemen krijgt met lezen. Als ik het zo lees is het wel logisch, maar ik wist het niet. Leuk om iets nieuws te leren.